Blog

mei 2022

"Jammer dat ze niet kunnen praten"

Twee dames staan bij het paard en hebben het erover dat hij ‘het niet zo fijn doet’ met het rijden. De buiging wil niet goed, nageeflijkheid is niet meer wat het geweest is en hij loopt wat tegen het been met de handrem erop. “Jammer dat ze niet kunnen praten.” Dat zeggen mensen met een paard allemaal wel eens. Dat weet ik zeker. Vooral wanneer ze niet fit zijn. We willen ze graag kunnen helpen en hebben meer duidelijkheid nodig.


Maar ze praten natuurlijk wel met ons. En veel, en best wel duidelijk. Dat wij dat niet altijd herkennen of kunnen verstaan, dat is ons manco. Hoe langer je met paarden werkt en hoe meer je je erin verdiept, hoe beter je de taal begrijpt en de signalen opvangt. Alhoewel ik me verbaas over hoe klip en klaar de onbevangen niet-paarden-mens soms zegt wat hij ziet en daarmee de spijker op zijn kop slaat. En dat juist de ‘echte-paarden-mens’ blijft vasthouden aan wat deze vroeger geleerd heeft en niet écht kijkt naar het paard en daarmee het signaleren links laat liggen omwille van doelen die behaald ‘moeten worden’.


We kennen ook allemaal wel een ‘oude paardenboer’ die alles nog precies zo doet als ‘100 jaar’ terug en dingen zegt als: “Dat is gewoon een verwend paard”, “Hij moet even een paar flinke tikken hebben.” “Aanpakken wanneer ze niet willen.” In plaats dat er wordt afgevraagd waaróm het verzet is ontstaan en dat dat onderzocht dient te worden. Misschien is die oude paardenboer zelf ook wel zo opgevoed, ik acht die kans niet ondenkbaar. Dat brengt een zekere mate van kortzichtigheid. En wanneer dat nu nét je ‘leermeester’ was…tsja, dan de wordt nieuwsgierigheid naar de ‘waaroms’ niet bepaald geprikkeld.

Paarden communiceren weldegelijk met ons. Ze draaien de kont naar je toe in de box wanneer je hem eruit wilt halen of ze komen blij naar je toe en steken hun hoofd zelf al in het halster. Dat lijkt mij duidelijke taal. Ook in de wei wordt het duidelijk. De paarden die hun werk als gezellig en uitdagend zien komen altijd blij naar je toe. De paarden die hun werk als pijnlijk, ingewikkeld en te zwaar ervaren, draaien zich meestal van hun mens af. Ook niet ingewikkeld.


Ik kom overal en zie veel. Blije maar ook heel veel ongelukkige paarden. Ik ben niet de eerste die dit schrijft. Paarden in zichzelf gekeerd en afwezig met een wat afhangend hoofd en een trieste blik. En dan zeggen: “Hij is altijd zó braaf bij het opzadelen, hij verzet geen stap, ik kan hem gewoon los voor de box laten staan!” (Applaus! …Of toch niet?) Aldus de ‘blinde’ eigenaar.

Braaf wordt in dit geval verward met: ‘Hij heeft totaal opgegeven om ook maar iets terug te communiceren. Want wat hij ook aangegeven heeft in het verleden, niets heeft invloed gehad op wat hij “zei” tegen zijn mensen. Niets heeft invloed gehad op wat er van hem verwacht werd.’ Wanneer hij bv. aangaf pijn te ervaren bij het opleggen van het zadel door te stampen met zijn voeten en te zwaaien met zijn hoofd, brulde zijn mens hard en vaak kreeg hij daarbij een klap met de vlakke hand op hals of buik. Gegromd en gesnauwd werd er: “Hé, stilstaan!! Hé, kappen nou! Hé, doe es niet!”. (Herkenbaar?) Wanneer hij wegloopt om aan te geven dat hij spanning heeft en het liever niet doet, angst en tegenzin heeft voor wat er komen gaat, wordt hij met ruwe hand terug gezet. “Opvoeden moet je ze, anders lopen ze over je heen!


En nu vinden ze hem allemaal heel braaf. Monddood gemaakt is het juiste woord. Waarschijnlijk heeft dit paard pijn maar zegt het niet(meer). De goede oplettende voorbijganger ziet iets naar achter gedraaide oren en een opgetrokken neusvleugel. Nietszeggende ogen. De lage hoofd-hals houding, misschien nog een strakke rug, misschien een scheve of aangeknepen staart. Misschien een onderstandige pijn-in-de-buik-houding.


Moet je dan een paard helemaal niet corrigeren wanneer hij loopt te drammen, te heen-en-weren op de poetsplaats? Ja, natuurlijk wel. Maar je moet onderzoeken waaróm hij doet wat hij doet. Een driejarige die net uit de wei komt, die kent de regels helemaal niet zo goed en die moet je echt wel sturen. En de brutalerds moet je vaak wat steviger sturen dan de meer bescheiden paarden. Het is alleen nooit zwart wit.


Wanneer het dram-gedrag vanuit een hiërarchisch oogpunt komt, moeten de verhoudingen duidelijk gesteld worden anders wordt 600 kg paard gevaarlijk. Maar wanneer weet je of het een hiërarchie-dingetje is of wat anders? Stress vanuit een negatieve ervaring van eerder? Dat weet je niet meteen. Je moet navraag doen, onderzoeken, hoe oud is het dier waar mee je werkt, wat is zijn verleden? Hoe meer je weet hoe beter je zijn gedrag kunt verklaren. Wel heel belangrijk voordat je er meteen op los… corrigeert. Dus eerst waarom en dan onderzoeken.


Want wanneer je een getraumatiseerd paard met hele duidelijke en harde hand op zijn plek probeert te zetten, “omdat je hem wel even zal leren wie de baas is”, dan ben je nog veel verder van huis en worden de problemen alleen maar groter. Je hebt genoeg van die “cowboys” die menig paard zo de vergetelheid in gefikst hebben. (Applaus)


Triest. Dat is het. Ik zie het. Ook bij ervaren ruiters die vooral heel goed zijn in het behalen van doelen(dressuurproeven) en rijden van zeer verzorgde, gedirigeerde, niets aan het toeval overlatende, proeven. Waarbij ik niet altijd wil weten, maar ik weet het wel, hoe die perfectie tot stand is gekomen.

Als jurylid kan ik niet om deze proeven heen. Elke stap is zuiver, hoek is gereden, letter is geraakt. Volte zijn rond, overgangen vloeiend en technisch goed. Ze halen hun punten. Ondanks dat het soms ‘gerobotiseerde-paarden’ zijn. Uitdrukkingloos en vreugdeloos. In het cijfer “de harmonie” kun je een puntje laten vallen. Maar zonder groot verzet ook niet écht. Daar is het jurysysteem nog niet perfect in. Bewustwording en groei van ruiters is hier het sleutelwoord denk ik.


Voor mij is het altijd duidelijk dat deze paarden erg weinig keuzevrijheid in hun leven hebben en maar één doel dienen: Hun berijder 1e prijzen bezorgen. De “Ik-hou-van-wedstrijd-rijden-zucht” vervullen. De wens van “roem-en-aanzien-binnen-de-dressuurpaarden-wereld” vervolmaken. Aan de “volgende-keer-moet-het-beter-zucht” voldoen. Dan zijn er mensen die van de paarden moeten leven. Ook zij gaan soms voorbij aan dat wat een paard écht nodig heeft. Want geen tijd en/of geld.


Ik weet zeker dat er mensen gestopt zijn met hun paardenbedrijf omdat het te veel ten koste gaat van de liefde en respect voor het dier.  Daar waar het immers ooit om begonnen was. En de mensen die erin vastzitten omdat ze nu eenmaal zo’n bedrijf hebben: Zij verkopen tegen wil en dank de paarden door. Ik heb in diezelfde schoenen gestaan. De schoorsteen moet roken. Wederom wordt hierbij niet altijd rekening gehouden met de behoefte van het paard en aan zijn lichaamstaal wordt dan jammer genoeg vaak voorbijgegaan. Nood breekt soms  wet.


Hoe je het ook bekijkt, het is een egocentrisch doel. Vroeger noemde ze het gebrek aan keuzevrijheid Slavernij. De politieke onrust omtrent onze sport is niet geheel ongegrond. 


Waar het op neer komt is dat er, ondanks dat de kennis er wel is, te veel voorbijgegaan wordt aan het paard zelf. Het doel(ons plezier) wordt meestal voorop gezet. Want wees eens heel eerlijk naar jezelf: Denk je dat jouw paard zich door jou altijd voldoende gehoord voelt? Lees en versta je hem écht? Zie je wie hij is? Zie je hém(haar) of alleen z'n kwaliteiten? 


Wanneer we ons beter verdiepen in de paarden, een tendens die wel heel erg oprukt gelukkig, de sport met een ontspannen insteek als bijzaak gaan zien, sámen gaan werken met paarden en het paard niet alleen iets afpakken maar wat ook teruggeven, dan kan elke vorm van samenwerking, ook sport, voor beide partijen heel bevredigend zijn. Zolang we goed luisteren en niet voorbijgaan aan grenzen, mits herkend, dan is het voor iedereen een prachtige hobby.


En willen we nu écht dat paard kunnen praten? Ik geloof heilig dat als dat het geval zou zijn, dat er geen wedstrijd meer gereden werd. Dan zaten we allemaal met de handen op de oren!

Het verdienmodel van het paard

Wat is dat eigenlijk?

“What’s in it for the horse?”  Ik denk dat een leek zich dat zelfs nog eerder afvraagt dan de paardensport-liefhebber. Voor een leek is deze sport sowieso lang niet altijd te volgen.:      ...“En dan zit je op zo’n dier en dan rijd je rondjes in zo’n zandbak! Wat is daar nou leuk aan?" "En ze stinken en ze poepen! En dan moet je die stallen met poep leegscheppen. Daar word je vies en moe van, ga je zelfs van zweten."   "Ik snap niet wat mensen erin zien! Ik snap ook niet dat paarden dat allemaal maar doen, en waarvoor?”


Aldus de heerlijk nuchtere kijk van de buitenstaander, en eerlijk is eerlijk,  er is geen woord aan gelogen. En lekker ontnuchterend ook.


‘Wij’ zeggen dan: “Dat moet je eerst gewoon eens proberen! Dat kun je niet goed uitleggen zo!" "En wanneer je het dan een beetje onder de knie krijgt, wil je steeds meer kunnen en beter worden!".."En je bouwt een band op met zo’n paard!".. "En tijdens het rijden ben je even alleen maar bezig met je paard en niet met je alledaagse zorgen, heerlijk het hoofd even leeg!"... "En langzaam aan wil je het steeds beter kunnen en merk je hoe uitdagend en ontspannend paardrijden kan zijn! Op alle fronten, zowel fysiek als mentaal!”


Alle ruiters en amazones die dit stukje lezen, zitten nu hard instemmend te knikken en denken: “Precies, dát ja!”. Zelf kan ik dit natuurlijk ook prima onder woorden brengen omdat ik ook al 45 jaar boven op ‘zo’n dier’ kruip en precies weet wat het me brengt en gebracht heeft. En dat is naast de zweet- en poeplucht van paarden, heel veel voldoening, liefde, partnerschap en vriendschap, uitdaging, dwang tot zelfreflectie, mentale groei, ontwikkeling van het empathisch vermogen, mentale incassering, training op geduld en zelfbeheersing, fysieke onafhankelijkheid, een goed gevoel van balans en ritme, verantwoordelijkheids-gevoel en…en…  heb ik nog wat gemist? Vast wel!


Maar: “What’s in it for the horse?” Heel eerlijk denk ik dat heel veel paardenliefhebbers daar ook nog onvoldoende goed een antwoord op kunnen geven. Misschien kan een hele grote groep het me wel vertellen maar past het toch niet consequent of zuiver genoeg toe. Ik geef veel les en ik hamer er altijd op: “Belonen!” Maar daarnaast speelt ook aandacht, ergens bij horen, vriendschap, leiderschap, quality-time en beweging een grote rol.


Maar wat is belonen? Het is niet het voer wat je hem na zijn rijden geeft. Natuurlijk is hij er heel erg blij mee maar hij koppelt dat niet aan een training van een half uur eerder. Het is ook niet dat je een nieuwe deken voor hem hebt gekocht. Ook niet zijn schone droge stal. Zelfs niet de uitgebreide, overheerlijke poetsbeurt met een snoepje tussendoor. Nee, alles is goed of goed bedoeld voor je paard maar heeft niets te maken met belonen. Goed belonen is een kunst!

 

Geen feest!!

Het rijden en werken met ons mensen, is voor een paard te vaak jammergenoeg geen feest. Het hangt in zijn beleving aan elkaar van fysiek ongemak en een aanéénschakeling aan vaagheden vanuit de bedoeling en wensen van zijn berijder. Het kan wel op ‘1000’ vlakken misgaan en wanneer je je dat realiseert dan is het eigenlijk onvoorstelbaar dat zoveel paarden nog zo vreselijk braaf zijn en van onze vage bedoelingen nog iets goeds proberen te breien. Te vaak zonder te staken of de ruiter eraf te gooien. Geen mens kan incasseren wat een paard van ons te incasseren heeft.


Om te beginnen het harnachement. Het dient ervoor de ruiters stabiliteit en een stuur te geven. Maar ook heel belangrijk, om het paard onze wil op te leggen. En zelfs goed passend harnachement “hindert” het paard nog iets. Mentaal en fysiek.

Dus met dat het paard wordt bereden, beleerd en opgezadeld, wordt hem zijn vrije wil eigenlijk afgenomen! (Probeer je eens voor te stellen wat dat met een paard kan doen, een soort slavernij: “Jij moet doen wat ik zeg, punt uit. En als je het moeilijk vindt mag je er eigenlijk óók niks van zeggen!”).


Komt hij toch in opstand, dan hebben we wel wat ‘africhting methodes’ of spullen om hem dat ‘af te leren’. Daar gaat het natuurlijk al fout. Dwang i.p.v. samenwerking. Dat heeft niet veel te maken (niets dus) met leren vanuit de beloning. En natuurlijk moeten we soms met sterke overtuigingskracht paarden hier en daar wat bijbrengen. Puur uit veiligheid. De hiërarchie moet wel duidelijk zijn. Mens leidt paard volgt. Dat is de noodzakelijke veiligheid maar die duidelijkheid geeft ook rust.


Wanneer eenmaal die verhoudingen helder zijn, zou de opleiding vooral van uit de beloning (positieve bekrachtiging) opgebouwd moeten worden. En dat kost iets meer tijd maar je houdt er een veel betere relatie en samenwerking aan over waar je later veel meer voor terug krijgt. En een happy horse of course! Die zijn opleiding ziet als een vorm van aandacht en een kans om een beloning en waardering te krijgen. In al zijn opdrachten ziet hij dan kansen!

Helaas is de tijd er vaak niet, tijd is nog altijd geld, en moeten vooral de talentvolle, jonge dieren in een mum van tijd klaargestoomd worden en veel talent en paardengeluk gaat zo verloren. Trauma’s, depressieve-, overbelaste- en geblesseerde paarden blijven niet zelden achter.

 

Negatieve beleving

De negatieve belevingen vanuit het paard kunnen zijn:


Harnachement:


  • Knellen achter de oren
  • Knellen rondom de neus en/of onder kaaktakken
  • Dove, slapende sensatie rondom de neus door te strakke neusriem en beknellen zenuw
  • Druk op de tong of druk in het verhemelte door verkeerd bit of verkeerde toepassing van het bit, zeker in combinatie met een te strakke neusriem
  • Pijnlijk tongbeen door steeds optrekken van de tong door verkeerd bit of stugge ruiterhand
  • Beschadigde mondhoeken door verkeerde materiaalkeuze van bit of te hoog opgehangen bit
  • Strakke singel, druk op de ribben en/of borstbeen
  • Gespen van de singel die in ellebogen prikken (verkeerde maat)
  • Huid onder de singel beschadigd
  • Knijpen of drukken op/rondom de schoft door het zadel en soms ook de dekjes
  • Druk aan de achterkant onder het zadel door verkeerde pasvorm/ligging
  • …. en vast nog meer


reward

Ruiter:


  • Uit balans en onzuiver in de hulp (wat moet het paard wel doen en wat moet het paard negeren)
  • Uit balans en gebruikt mond als steun/handgreep, onduidelijke signalen (moet hij langzamer of negeren)
  • Uit balans en klapt in de rug tijdens het rijden (paard gaat rug wegdrukken, ruiter vindt bv. tóch dat hij aan de teugel moet lopen)
  • Uit balans en blijft knijpen met benen (moet hij sneller of negeren)
  • Uit balans en schommelt met benen, onduidelijke signalen (was dat een drijvende hulp of niet?)
  • Te zwaar, drukt rug weg maar ruiter heeft bv. evengoed de wens dat “de rug omhoog moet”.
  • Groter ruiter in een te klein zadel, te veel druk op een te klein oppervlak.
  • Stijve ruiter, volgt de beweging niet voldoende en hindert.
  • Scheve ruiter, paard moet compenseren maar er wordt bv. evengoed verlangt dat hij netjes ‘spoort’
  • Angst en stress door een onredelijke, onvoorspelbare ruiter met kort lontje en wisselende buien: “Oeh, krijg ik die schop vandaag wel of niet? (Het paard is continue heel gespannen want die weet niet wat hij kan verwachten…) ‘en het is allemaal al zo moeilijk’


Ongemak door trainen o.a.:


  • Lengtebuiging vragen kan pijnlijk zijn bij ongetrainde paarden. Vraag niet te lang te veel en bouw het op. Geef hem tijd te rekken en kracht te ontwikkelen
  • Spanning rondom te atlas. Paard wordt te lange tijd te kort gehouden ‘in de krul’, achter de loodlijn, door strakke hand of hulpteugel.
  • Onderhals pijnlijk, zet zich langdurig vast, die spieren worden daardoor zuur. Kan o.a. voortkomen uit blokkade in de rug vanuit onkundig rijden, verkeerd zadel of blokkade spieren of wervelkolom.
  • Verticale balans moet ontwikkeld worden. Jonge paarden voelen zich onzeker door het gewicht van de ruiter en ze hebben tijd en oefening nodig voordat ze verticaal en evenredig hun “ballast” durven te dragen. Gooi ze niet in het diepe, dat geeft stress, heb begrip voor het zoeken en vinden naar een rijkunstige balans. Het is niet aangeboren.
  • Verzuring: In onze wens een goede ruiter te worden, verliezen we de tijd wel eens uit het oog en gaan we te lang door in één oefening. Realiseer je dat ‘hoe langer je doorgaat’ niet betekend ‘hoe beter het wordt’. Het is een keer op. Verzuring doet pijn. Neem tijdig een pauze.
  • Algemeen: Kniebanden, borstspieren, halsspieren, broekspieren, buikspieren. Ze kunnen allemaal moe, pijnlijk en zuur worden. Blijf je paard lezen en voelen. De goede ‘luisteraar’ die ’hoort’ wat het paard te vertellen heeft.
  • Oude of niet (h)erkende blessures, aangeboren niet ontdekte afwijkingen, asymmetrie in het paard. Allemaal mogelijkheden tot pijn en leed in de training wanneer het niet gezien en behandeld wordt.


Hierboven staan vooral veel punten van “what’s nót in it for the horse!”. Er zijn dus heel veel factoren die het hele rij-spelletje eigenlijk niet erg aantrekkelijk voor het paard maken, dat mag duidelijk zijn!


En tóch willen werken!

So.. “What ís in it for the horse?”

Na deze bovenstaande punten gelezen te hebben, mag dat wel een heel ‘goed betaalde baan’ zijn zou je denken! Maar het volgende rijtje zorgt ervoor dat de meeste paarden het tóch voor je willen doen. Veel paarden zijn van nature ook ‘pleasers’. Angst voor de ruiter kan ook een motivatie zijn. Maar deze hoort niet in het rijtje thuis.


Hoe komt het dan toch dat ze het allemaal doen? Dat vraag ik mij ook wel eens af. 600 kilo en het geeft zich over het algemeen vrij makkelijk over aan de (meest onlogische, gekke en voor het paard onnavolgbare) wensen van de mens. Maar willen we dat ze meewerken vanuit 'liefde' of vanuit vrees? Natuurlijk willen we niet dat het paard ons vreest. Maar toch gebeurt het, zelfs onbedoeld te vaak. Met een mep van de zweep en een schop met spoor.


Positieve beleving

De positieve beleving vanuit het paard kunnen zijn:


  • Beloning
  • Waardering
  • Wederzijds respect
  • Aandacht
  • Één-op-één tijd met de baas
  • Vriendschap/partnerschap
  • Een leider hebben, steun vinden
  • Mentale en fysieke uitdaging die leuk wordt door de beloning
  • Beweging hebben en zich kunnen ontladen


Mag je dan niet meer met spoor en zweep rijden? Natuurlijk kan dat wel. Maar het is de manier waaróp. Als je goed africht, heb je van alles steeds minder nodig. Dan begrijp je elkaar en heb je van elkaar aan een half woord genoeg. De spoor, om nog preciezer een plekje aan te raken, de zweep als het aanwijsstokje om de aandacht op de juiste plaats te krijgen. En daar gaat het om. Die fijne mooie afstemming krijg je door belonen maar dan wel op het juiste moment.


Wat is dan wel belonen?


Goed belonen doe je ín het moment dat er iets goeds gebeurt. Goed belonen doe je vooral door op het juiste moment te ontspannen, hand naar voren en stil te zitten. Ondersteun dat met je stem. Dat is lekker duidelijk voor je paard.  Het paard moet ondervinden dat wanneer hij zich ontspant en probeert te doen wat hem gevraagd wordt, de druk vanuit de vraag(ruiter) verminderd of wegvalt. Paard zacht, ruiter zacht. Beleving voor hem: Ontspanning geeft rust. Concentratie geeft rust. Afstemmen op de ruiter geeft rust. En heel belangrijk, waardering. Timing is daarbij cruciaal! En waardering is de brandstof voor een goede africhting.

Het klinkt misschien als niet zo moeilijk maar dat vergt van een ruiter toch veel. Ten eerste moet de ruiter herkénnen dat er iets goeds gebeurt. Het kan met bepaalde oefeningen heel makkelijk zijn: Je vraagt bv. achterwaarts en bij het aanleren ben je blij met het eerste pasje en je beloont hem heel duidelijk met je stem, ontspanning van je hand en je lijf.

Maar wanneer je bv. op zoek bent naar de perfecte verticale balans moet je al een ingebouwd kompas hebben waarmee je herkent dat álles precies in één moment op zijn plek valt.

Zo’n kompas ontwikkel je pas na jaren en vaak het best door heel veel paarden te rijden. De één heeft het eerder in het gevoel dan de ander. Op zo’n moment voel je dat hij verticaal recht komt, precies ‘spoort’ en met zijn mond heel verfijnd, gelijke aanleuning neemt op twee teugels. Superfijn! Op dát moment moet je ontspannen, stil zitten, ‘braaf’ zeggen en de hand naar voren doen. En wanneer dat meerdere malen in een soortgelijk moment gebeurt, dan zal het paard een patroon gaan herkennen.


Dat kan niet iedereen meteen, dat snap je. En wanneer je als ruiter bv. scheef zit gaat dit bovenstaande sws al nooit gebeuren.


Wanneer een paard worstelt met al die (on)zuivere hulpen van een ruiter, geconcentreerd de bedoeling daarvan probeert te ontcijferen, op verzoek van de ruiter vervolgens zijn lijf in allerlei bochten wringt (omdat dat schijnbaar goed voor hem is), en er gebeurt dán iets wat we willen (bv. buigen, nageven of opzij), dán belonen, stil zitten, ontspannen, hand voor! Dat levert bij een paard een gevoel van “heyyyy, dát voelde beter, daar wil ik meer van” op. Als je het goed doet, komt ook de waardering binnen, en misschien is er opluchting of zoiets. Net als dat je vroeger een sticker bij je lesje kreeg van de juf als je het heel goed had gedaan. Als je bij dát stukje van je paard kunt komen, dan krijg je dat je paard meer voor je wíl doen. Hij wil vaker horen dat hij het goed deed en de daarbijbehorende ontspanning voelen. Dan kom je in de cirkel van de positieve bekrachtiging.


Hoe krijg je dat dan voor elkaar?

  • Zorg voor een onafhankelijke zit, werk aan jezelf.
  • Ontwikkel je gevoel. Zoom in op alles onder je. Zorg dat je alle goede momenten niet mist anders kun je niet gericht belonen.
  • Zorg voor overzichtelijke opdrachten waarbij het paard zich zeker voelt.  “O, deze ken ik, ik weet wat je wilt”. Eerst dat zelfvertrouwen goed hebben. Herhaal een opdracht totdat je paard zelfverzekerd en ontspannen die opdracht wil doen voordat je weer een nieuwe opdracht gaat geven. Ontspan, beloon, geef tevredenheid terug. Lange teugel tussen twee oefeningen in, vooral wanneer een paard nog midden in dat leerproces zit.   (NB : Wijken voor het linkerbeen is een andere opdracht dan wijken voor het rechterbeen. Herhaal eerst het ene tot je verbetering merkt en doe dan de andere kant pas. Gooi ze niet door elkaar. Dat is verwarrend voor het paard. Zo ook met keertwendingen en met de andere zijgangen en wissels.)
  • Laat je emoties thuis. Wees 100% gelijkmatig, bijna zakelijk maar vriendelijk en vergevingsgezind naar je paard. Hij doet het nooit fout! De inzet en de intentie is belangrijker dan de uitvoering. Beloon de inzet. Het feit dat hij “pootje-over” voor jou probeert is al een applaus waard.
  • Wees niet vaag. Maak een begin en een eind aan een oefening. Heel lang en veel in een tempo op een volte en de hoefslag rijden is een valkuil. Van het paard wordt verlangd de aandacht ‘erbij’ te houden. Waarbij? Als er geen specifieke opdracht gegeven wordt? Hij zal óf de aandacht richten op andere zaken óf een soort van zich afsluiten en als een (ongelukkige)robot zijn rondjes doen.
  • Geef kleine pauzes. Lange teugel is ook écht lange teugel. Dan geef je hem mentaal even vrij en mag hij even vrij zijn van de concentratie op de ruiter.
  • Geen telefoon op je paard. Social media kan echt wachten. Met een telefoon mis je alles. Je reageert niet op zaken die je had moeten begeleiden of corrigeren. Zorg voor aandacht voor elkaar, dat verdient hij.
  • Rij niet altijd totdat hij moe is. De concentratie is ook niet makkelijk zolang vol te houden. En goed kan ook gewoon een keer genoeg zijn. Hij hoeft niet elke training als een uitputtingsslag te ervaren. Verzuren is niet fijn! Logisch dat dan de ‘lol’ verloren gaat.


Fouten door het paard bestaan niet! Er is alleen een uitvoering die niet gaat zoals jij het had gewild of had bedacht. Dat kan komen door een onmogelijke vraag (denk aan hand en been die precies tegelijk inwerken), een geblokkeerd lichaam/gewricht, pijn, zelfs trauma is mogelijk, of een slecht gestelde, rommelige hulp, of verkeerd getimede vraag (van de ruiter).


Bekijk je eigen rijkunst nog eens kritisch. En dan je verwachting. Kruip eens in het vel van je paard en probeer dan eens te ontcijferen wat je zojuist hebt uitgelegd aan je paard. Was je echt duidelijk? Niet rommelig in je hand terwijl je aandreef? En dreef je nu met één been of toch per ongelijk met twee? Zat je nog steeds wel in het midden van je paard? Werden je armen niet per ongelijk stijf toen je een oefening reed van uit je been? Verstrakte je niet te veel in je bovenlichaam? Bleef je niet achter in de beweging? Bleef je zelf kalm, neutraal? Bleef het ritme van je lichtrijden gelijk? Bleef je gewoon door ademen? Liet je geen stress voelen of ergernis?


Kun je nu snappen dat je paard er soms niets van snapt? Of super onzeker wordt? Dat hij het maar moeilijk heeft met ons ingewikkelde vraagstukken waar hij zelf bovendien niet het nut van ziet?  Kun je hem vergeven?

Dressuur of dressuur-proef?

We mogen nooit vergeten dat dressuur er natuurlijk eerder was dan de dressuurproef! Maar ik weet dat voor sommige lezers zelfs deze openingszin een eyeopener is. Een “O ja… eigenlijk is dat natuurlijk wel zo.”


Wij, dressuurruiters, of laat ik het anders formuleren: Wij Wedstrijd-Dressuur-Ruiters, hebben de neiging om de dressuurproef als uitgangspunt te gebruiken. En heel veel ambitieuze dressuur-instructeurs gaan daar vrolijk in mee! Echt waar! Er worden uren besteed aan neusjes op en voor de loodlijn, de perfecte houding, de buiging en perfect op 3 sporen lopen voor de schouder-binnenwaarts. En “O ja, probeer je ritme en ontspanning te bewaren daarin!”

Maar moest dat niet andersom?


Vroeger


Begin eerst eens met de vraag: Waarom is er zoiets als dressuur ontstaan? Waarom werd goed rijden belangrijk? En denk dan niet: "Dan kan ik een eerste prijs en winstpunten halen"! Daarvoor moet je ver terug in de geschiedenis om zijn oorsprong te ontdekken.

Men gebruikte de paarden vroeger natuurlijk heel anders. Vee hoeden, in de strijd in oorlogen en dan nog op het veld; het land omploegen voor de landbouw. Hoe ze ook gebruikt werden, controle was belangrijk. Je wilt 500 kilo paard graag meewerkend hebben en niet tegenwerkend. Ook hing er veel vanaf wanneer men in oorlog was, met controle kon je bij je tegenstander komen maar ook hard weg galopperen. Maar ook met het drijven en hoeden van vee was controle belangrijk. In die tijden werden paarden ook uren en dagen achtereen ingezet.


Al doende kwam men er achter dat wanneer paarden beter leerden balanceren, rechter waren, losser, sterker en meer ontspannen, dat het niet alleen meer controle opleverde. Door de ontspanning en goed leiderschap kwam er meer vertrouwen en dus was het paard veel toegankelijker en, heel belangrijk het laatste aspect, het paard bleef langer gezond. Dus dressuur, m.i. beter benoemd als goed rijden, trainen en opleiden had vele voordelen.


Natuurlijk was er toen ook al zoiets als “Mijn paard is de mooiste en de beste”  en de rijke edellieden hadden in die tijd ook al werkelijk schitterende paarden. Dat is op heel veel schilderijen en in standbeelden nog terug te zien. Daarmee kunnen we ook zien hoe groot de rol van het paard was destijds. Ook toen al werden paarden ook al van alles aangeleerd zodat “De Edellieden” tegen elkaar op konden scheppen over welk paard de hoogste “Courbette” kon springen, het mooist kon “dansen” of het knapste was. Ook toen al ging het over macht, status en geld. En ook toen al waren er trainers die het opleiden heel goed begrepen met liefde, respect en geduld. Maar ook waren er al de trainers die met harde hand en onorthodoxe methodes werkten voor een sneller resultaat, omdat geld toch altijd weer belangrijk is. (Een parallel met het heden). Dat verschil is van alle tijden en zit in de mens. De sporen en bitten uit de oudheid liegen er niet om*.



Men spreekt nu over de Klassieke dressuur of de Engelse dressuur en zijn geneigd de Engelse dressuur als minder vriendelijk te beschouwen. Maar welke dressuur je ook beoefend, inclusief Vrijheids-dressuur of Western rijden: De trainer zelf maakt het verschil, niet het soort dressuur en ook niet het paard. De mens kiest hóe de methode toe te passen en maakt de beslissingen. En soms is het geen verkeerd mens maar weet hij/zij niet beter en is het een aangeleerde methode, die van generatie op generatie overgaat. Langzaam aan doen steeds meer mensen hun ogen open en denken: “dit moet toch anders kunnen” of: “…zo wil ik dit niet meer”. We evolueren gestaag naar een hoger bewustzijn.


Waarom dressuur?


Dus het waaróm we dressuur rijden zou moeten zijn voor controle, vertrouwen en afstemming. Een goed lichaamsgebruik van het paard mét zijn ruiter, voor meer balans en een langere, gezondere levensduur. In de praktijk wordt hier alleen heel vaak aan voorbij gegaan. In de praktijk begint dressuur bij de B en de wens is Z. En voor een groep nog meer gedreven en hoger opgeleide ruiters natuurlijk de Grand Prix.


Dan is daar de welwillende instructeur die begint uit te leggen hoe een goede B proef er uit moet komen te zien , een goede L proef, M proef en Z proef. Op zich is daar niets mis mee, ook dit is een doel waar je uiteindelijk aan zou kunnen gaan werken. Zij het dat je wel eerst de juiste voorwaarden moet scheppen om aan proeven-rijden te beginnen, en dat is de basis. En iedereen knikt “ja, dat klopt, daar werken we aan!” Maar in de praktijk zie ik zelf veel paarden die moeite hebben met eenvoudige grote voltes en eenvoudige overgangen. Ook in de hogere klassen. En ondanks dat stromen ze ook gewoon door naar “the next level” tot ze erin verzuipen. Stik ongelukkig worden ze ervan. Paard en ruiter trouwens. 


Wanneer ik dat zie weet ik dat de basis niet goed is. Een paard wat steeds door een binnenbeen valt in een wending, moeite heeft met rechte lijnen en in de overgangen afbreekt of tegen de hand komt, is nog niet in balans. Is niet klaar voor "proefjes". Misschien alleen voor de B. 


In balans lopen, in een rij-technisch, horizontaal- en verticaalevenwicht lopen, mét ruiter, is niet eenvoudig voor het paard. Hij moet op eigen benen lopen zonder te steunen op de hand van de ruiter en moet alle vier benen evenveel inzetten om zijn eigen- én het gewicht van de ruiter te dragen. Dat kost veel kracht en controle op de motoriek, en die kracht is er niet meteen. Daar moet je kilometers in maken, op de juiste manier, en hem de tijd gunnen om erin te groeien en sterker te worden. Geduld dus!


Wanneer hij dat nog niet kan zal hij vooral op de voorbenen willen lopen en liefst op één voorbeen wat meer dan de ander. En hij pakt daarbij liefst de hand iets beet voor nog meer steun. Een paard loopt van nature liever op het binnen voorbeen in een wending. Maar dat geeft in geval van sport op den duur serieuze overbelasting.


De Basis


Het eerste deel van de opleiding in dressuur is het belangrijkste deel. Ook een beetje “saai”. We rijden eigenlijk nog niet echt oefeningen. We proberen het paard vooral "op eigen benen” te laten lopen waarbij we hem aanmoedigen vooral niet te vaak en te veel de hand op te zoeken voor steun, wel voor verbinding(informatie). Hij kan echter zo jong als hij is niet helemaal zonder die steun. Hij zal langzaam aan steeds meer stukjes zonder steun op de hand kunnen lopen. Dit kan wel een jaar duren en slappe slungels doen er nog langer over. Het steunen in de hand mag je niet afstraffen. Je probeert hem alleen steeds over te halen het weer even zelf te doen. Dat over het horizontale evenwicht.

Voor het verticale evenwicht** zoeken ze jouw binnen- en buitenbeen op om tegenaan te steunen. Nu leg je hem steeds uit dat hij niet door het binnen been mag vallen of over de buitenschouder. Je probeert hem zoveel mogelijk recht te krijgen “de schouders richten op het achterbeen” en op twee sporen lopen. En naarmate hij ouder en sterker wordt, kan hij dat beter. Met correct buigen op een volte verkrijgt het paard zijn verticale evenwicht. Of beter gezegd: Paarden die correct willen buigen en in balans blijven op een volte, hebben een goed verticaal evenwicht nodig. Paarden die steeds afsnijden of over een buitenkant weglopen, hebben dus nog geen verticaal evenwicht.


**Het verticaal evenwicht is het evenwicht gezien van de voor- of achterkant van het paard. Trek een denkbeeldige lijn over het midden van zijn hoofd tussen de oren naar boven en tussen het midden van de voorbenen naar de vloer. Is die lijn, ook in beweging, verticaal, dan is je paard in een verticaal-evenwicht 


Je werkt aan balans en aan tempo controle, en wanneer deze twee steeds beter gaan, zul je zien dat houdingcontrole een cadeautje is. Hoofd en hals komen automatisch op de juiste plaats. En het neusje precies waar het wezen moet! Geen trekkende teugels voor nodig, geen gepluk en gezaag. Balans zorgt ervoor dat alles op zijn plek valt.


Een paard gebruikt o.a. zijn rug en buikspieren voor de algehele ‘core stability’. Om een goede core stabilty te krijgen heeft een paard training nodig. Vooral kilometers maken, tempowisselingen en overgangen rijden. Met de nodige rustdagen voor herstel. In die periode ben je vooral bezig met het paard voorbereiden op dressuuroefeningen die later gevraagd kunnen gaan worden.


Wanneer de buiging en de overgangen makkelijker worden, het paard loopt licht en zelfstandig, de afstemming en de gehoorzaamheid is goed, dan ben je goed aan het rijden. Dan pas kun je zeggen, laten we een keertje op wedstrijd gaan. Wanneer je dat eerste stuk goed hebt, dan is doorgroeien in de klassen niet zo ingewikkeld. Het wordt ingewikkeld omdat je paard er nog niet klaar voor is. En wat gebeurt dat vaak!


Wanneer de basis niet op orde is en zelfs een grote volte is nog lastig, dan zal geen schouder-binnenwaarts voldoende zijn voor een 6 of hoger. Immers, hij verliest zijn evenwicht al op de volte, zal hij dan zijn evenwicht hervinden in een schouder-binnenwaarts?


Het is de bedoeling dat je in je proef laat zien dat je je paard voor elkaar hebt want: Hij kan in balans blijven en ontspannen overgaan van de ene naar de andere gang. Want: Hij maakt bv. een goede overgang van rechtuit, naar zijwaarts en weer rechtstellen, zonder tact- en ritme verlies! Je toont de jury in alle oefeningen het behoud van balans, ritme, regelmaat en ontspanning.


De oefening is niet het doel. Het doel is te tonen dat jij in de oefeningen geen kwaliteitsverlies toont in zijn rijtechnische, gebalanceerde manier van gaan.


Dus: First things first!



https://nl.wikipedia.org/wiki/Fran%C3%A7ois_Robichon_de_la_Gu%C3%A9rini%C3%A8re


https://nl.wikipedia.org/wiki/Antoine_de_Pluvinel


https://en.wikipedia.org/wiki/Hipparchicus


https://nl.pinterest.com/jsoldwest/ancient-horse-bits/


https://nl.pinterest.com/pin/239816748895026073/?d=t&mt=signupOrPersonalizedLogin

Mindset

Heb je wel eens het gevoel dat je niet doorkomt bij je paard? Hij doet wel wat je zegt, gaat naar links en naar rechts waar je wil, gooit je er niet af, je bepaalt ook nog steeds wel in welk tempo je zit maar toch…. Hij is er niet bij.


Hoe komt dat nou?


Dat kan meerdere redenen hebben. Je hebt bijvoorbeeld de hengstige merrie. Haar eitje is rijp en haar hele lijf en natuur “schreeuwt” om zich voort te planten. Dat is een oer-drang. Nu zijn er best merries die, zo gauw er een ruiter op zit, in de “rij-modus” terecht komen en perfect functioneren. Maar net als mensen zijn ook alle paarden anders en is de één veel meer in de ban van de hormonen dan de ander.


Op het moment dat je wil appuyeren, zit haar aandacht bij “zoeken-naar-potentiële-partners”. Daar wil zij zich mee bezig houden want “de tijd dringt”. Geen wonder dat ze zich wat afsluit voor je hulp en dat ze narrig wordt wanneer jij met klem verzoekt zich te buigen om je binnenbeen en het ene pootje schuin voor het andere langs te willen hebben. Haar hoofd staat daar helemaal niet naar en haar lijf ook niet. Bovendien kunnen eierstokken nog vervelend pijn doen na de eisprong en ook dat zal dan de concentratie in de weg zitten.


Dan de opportunistische ruin. Die allang geen hengst meer is maar ja, de “je-weet-maar-nooit-of-er-nog-iemand-interesse-in-mij-heeft” houding aanneemt, want hij heeft toch die hengstige merrie ergens geroken! Ook hij zit met een half oor in de klas en een oogje buiten de les omdat hij daar niets wil missen. Ook hij zal halfslachtig en misschien verveeld uitvoeren wat je vraagt. Ongeconcentreerd maar uit goed fatsoen. Dus je kunt je voorstellen dat dit bij echte hengsten al helemaal een enorm issue kan zijn!


En dan heb je nog het onzekere paard. Die zijn er veel te veel. Een paard is een vluchtdier en wil alles in de gaten houden want Je-Weet-Maar-Nooit! Veel ruiters zijn slechte leiders en dat komt vanuit een goed hart! Ze zijn bevriend met hun paard maar vergeten ook boven hun paard te gaan staan. Dit doen ruiters omdat ze hun paard lief vinden en behandelen hun paard vaak als hun gelijke. Dat is lastig voor een paard. In een kudde is niemand gelijk. Alle paarden hebben een plekje. Iemand boven zich en iemand onder zich. Wanneer jij je er niet boven plaatst, dan komt het paard automatisch een plekje boven jou. Veel paarden willen helemaal geen Alfa positie want daar moet je dapper voor zijn. Veel paarden zijn niet dapper, dat is hun natuur. Vervolgens ga je rijden met je “niet-dappere-geen-alfa-paard”. En onderweg zijn er plastic zakjes die we niet snappen, springen er honden voor je langs en zijn er schaduwen achter bosjes die we niet begrijpen.


Omdat in de beleving van het paard de leider niet op zijn rug zit en het paard dus voor zichzelf moet beslissen of het veilig genoeg is, kiest hij het vluchten als eerste en is hij constant alert. Het vluchtplan staat op nummer één. Ook dit paard is slecht bij de les, heeft niet de juiste mindset, en vind het dan “lekker belangrijk” wanneer jij bij A wilt afwenden om vervolgens te gaan wijken om ”pootjes voor elkaar langs te laten kruizen”. Hij moet immers kunnen wegvluchten mocht er nood zijn. De mindset is ingesteld op waakzaamheid, zeker niet bij jouw dressuurtechniek. Bovendien voelt dit paard zich continue onveilig.


Allemaal herkenbare voorbeelden die we tegenkomen. We willen dressuurrijden en door oefenen, maar we ergeren ons dood aan het feit dat ze niet opletten. We gaan stug door en verdiepen ons in rijtechniek en nemen les en we doen nog meer aan rijtechniek, rijtechniek en rijtechniek. Minder been, meer been, meer buigen, handjes voor, beter zitten, ander bitje, etc. Maar je gaat aan één heel belangrijk ding voorbij. De Mindset. Aandacht. En dat moet eerst op elkaar afgestemt voordat je verder gaat.


Het is net zoiets als lesgeven aan een groep pubers die allemaal achterstevoren in de banken zitten omdat er buiten “een lekker ding” voorbijkomt. Wanneer de docent dan een verhaal afsteekt over bijvoorbeeld “demografie”, is er geen één leerling die iets opgepikt heeft. Een goede docent wordt geleerd de aandacht bij de lesstof te krijgen. Daar zijn allerlei methodes voor. De één is daar ook veel beter in dat de ander. Ook wanneer bijvoorbeeld het brandalarm afgaat valt er geen les te geven.


Wij verlangen van paarden dat ze, ondanks hun hormonen of onzekerheden, gewoon de aandacht erbij houden en verstikken ze met rijtechniek, waar ze helemaal niets mee kunnen op dat moment en ook niets mee willen.

Het is harstikke logisch dat de informatie helemaal niet binnenkomt en het gevolg is: Of hij sluit zich af, of hij gaat staken, of vluchten of wordt heel heet en gespannen. De informatie kan niet worden verwerkt, het brein is in beslag genomen door andere, primaire en belangrijkere zaken. In de beleving van het paard.


Ander gevolg: Een kattige ruiter. Extra hard prikken, trekken, opsluiten om er maar doorheen te komen. En dat werkt zeker geen ontspanning, vertrouwen en een open-mind in de hand. Het komt ook een goede band niet ten goede. En het is super unfair. Want we zijn gewoon het allerbelangrijkste in het begin vergeten. Vragen om aandacht en om vandaaruit een zuivere communicatie te krijgen.

Wíj ruiters moeten ons inleven! Begrip tonen! Daarna een eerlijke en logische weg er omheen of naar toe vinden om dit te omzeilen.


Ja maar hoe?


Hoe is niet altijd eenvoudig maar zeker niet onmogelijk. Wanneer een merrie super hengstig is en er echt last van heeft is het misschien wel het meest eerlijk om op die dagen niet veeleisend te zijn en gewoon ruimte te geven aan haar natuur. Zij kan er namelijk niets aan veranderen. Dat betekent niet dat ze ongehoorzaam mag zijn want veiligheid gaat voor alles. Maar vraag op die dagen dan even niet het naadje van de kous, ga longeren, wandelen of stap naar buiten ofzo. Als het paard goed in haar vel zit, dan biedt ze het werk vanzelf weer aan.


Is je paard gewoon een flierefluiter dan is er misschien iets in de hiërarchie niet helemaal goed. Hij neemt je niet serieus en vind dat hij best tussen al jouw rijtechnische vragen door op allerlei ander zaken mag letten. Met deze paarden werkt een stukje “werken-aan-de-hand” vaak goed. Natural Horsmanship. Met jouw lichaamshouding leiding nemen en je paard leren jou te volgen en je te accepteren als zijn leider. Dan gaat het rijden vaak ook veel makkelijker.


En wanneer je erop zit, nog voordat je begint met allemaal rijtechnische vragen aan hem te stellen zoals: “Wil je nageven? Wil je stappen? Wil je in mijn tempo stappen? Wil je langzamer? Wil je opzij? Wil je buigen?” (En niet alles tegelijk vragen maar ook één voor één en per vraag één antwoord herkennen en belonen) stel je als eerste de vraag”: “Wil je opletten?” En dan laat je hem netjes wachten, stilstaan, nageven, zuchten en afkauwen totdat hij “zegt”. “Ok, ik ben met mijn aandacht bij jou”. En daar heb je geduld en rust voor nodig. Rust in je lijf, geduld in je hoofd, één vraag en één antwoord.

Ontspant en zucht hij, is hij bij de les, dán stel je hem pas de eerste rijtechnische vraag: “Ga maar stappen” (hand een beetje naar voren en zachtjes been).


Wees vervolgens helder in je vragen en gooi niet alles op een bult. Krijg je per vraag één antwoord dan is het goed. Maar stel niet uit automatisme 5 keer dezelfde vraag achter elkaar voor de zekerheid om te hopen op één antwoord. Dit is iets wat veel ruiters doen. Of de hele tijd kneepjes in de teugel geven (links-rechts-links-rechts) zonder dat het resultaat ertoe doet. Of de hele tijd drijven met de benen, zonder dat (in de beleving van het paard) het resultaat ertoe doet. Heel vaag. Ook hierdoor krijg je paarden die niet bij de les zijn. Afstompen. Want bij 3x schoppen en niet aandraven krijgen ze een 4e of meer schoppen, en bij 1x schoppen en aandraven worden ze niet beloond maar krijgen ze waarschijnlijk evengoed nog een 2e, 3e, en 4e schop. Dus wat ze ook doen, hun antwoord beïnvloedt het gedrag van de ruiter niet. Hoe frustrerend is dat?


Stel je voor je zit in de klas en een docent vraagt “Wat is de hoofdstad van Nederland?” En jij zegt: "Amsterdam". Vervolgens kijkt de docent je niet aan, verteld niet of het goed of fout is en stelt nog een keer en nóg een keer dezelfde vraag. Wanneer dat dan een keer of vijf gebeurd is, dan houd je op met antwoord geven en je verliest de aandacht want het beïnvloed de docent niet. Je wordt niet beloond, niet gestraft maar krijgt alleen steeds dezelfde vraag. Dan denk je ook:  “ik doe er niet toe, het heeft geen zin te reageren, ik doe niet meer mee want het maakt toch niet uit.”


Dit is wat veel ruiters doen. En dan heb ik het nog over een aardige en geduldige ruiter die alleen maar vergeet antwoord te geven of te belonen op te veel en dubbel gestelde vragen. Iemand die niet onredelijk of kattig reageert.

Je kunt je voorstellen dat een ongeduldige ruiter die onvoorspelbaar uit z’n slof schiet nog veel meer schade aanricht! En waarschijnlijk is dat onbedoeld maar het is voor de paarden natuurlijk vreselijk om met zo’n ruiter opgescheept te zitten! En we kennen allemaal wel zo’n ruiter!


Bewustwording is hier een sleutelwoord. "Hoeveel vraag ik, hoeveel voel ik, hoeveel krijg ik. Hoe reageer ik terug."


Je hebt weer te veel je linker teugel vast, ontspannen! ”   ~ “  O echt? … Och ja…, dat had ik helemaal niet door…, dat gebeurt steeds…, zo stom!”.


Herkenbaar voor iedereen denk ik. Het zijn langzame prosessen maar wanneer je voor verbetering open staat, dan komt het goed.


Waardering


Waardering is de brandstof voor het paard. Dit in de relatie tot de uitvoering van wat de ruiter allemaal wil. Want al die rondjes en overkruiste pasjes zijn totaal niet interessant voor het paard natuurlijk. Wíj willen dat. We voelen ons uitgedaagd om het paard in een mooie harmonie en in perfecte balans de door baan te laten dansen. Waar wordt het dan interessant voor het paard? Goede vraag, of niet?


Het enige wat telt in dit stukje is de waardering. Na een ingewikkelde reis in zijn hoofd (cognitief), door zijn lijf (motorisch) en een stevige inspanning (spieren-kracht, rek en conditie) , komt waardering wel als een warme douche. Hij spant zich in, zoekt en puzzelt met ruiters mee, vaak onder een dringend verzoek van een ruiter. Na enig gestuntel en gehark begrijpt hij uiteindelijk wat er van hem verlangd wordt. "Yes!" En na nog meer oefenen wordt hij leniger en sterker en wordt het makkelijker. Wanneer het dan stukje voor stukje lukt en je wordt beloond en gewaardeerd en je vóelt je als paard ook gewaardeerd, dan wil je dat voor je mens nog wel een keertje doen! En uiteindelijk vind je het als paard leuk om na zo’n ingewikkelde inspanning toch maar weer zo’n dikke waardering te krijgen!


Hoe meer paard en ruiter op elkaar afgestemd raken, hoe meer het paard het systeem van de waardering gaat begrijpen en ook zelf op zoek gaat naar de waardering. Wanneer je als ruiter op dat level zit, wil een paard álles wel voor je doen en heb je het africhten, het samenwerken, helemaal goed begrepen.  


Wanneer ik zelf les geef moedig ik ruiters continue aan om te belonen. Met stem of met de hand. En ik moet dat héél vaak zeggen. Ruiters vergeten het te vaak of durven soms niet zoveel hardop te zeggen, denken dat het stom is. Ik zeg altijd: “Ik hoef het niet te horen, als je paard het maar hoort!”


Wanneer we niet of nauwelijks waarderen, het domweg vergeten omdat we het zelf te druk hebben met ons eigen processen, waar zit dan “het verdien model” voor het paard?  In mijn ogen wordt paardrijden dan een vorm van verkapte slavernij!

 

 

Samengevat


Wanneer je fijn wil rijden met je paard, zorg dan dat de mindset van je paard ook gericht is op jou en het werk wat hij kan verwachten. Vóórdat je aan je programma begint. Verdiep je in het "waarom" van je paard wanneer hij moeite heeft met deze aandacht/focus. Of het onzekerheid is, of misschien trauma. Zijn het de hormonen of bent je zelf gewoon nog niet verfijnd genoeg in de communicatie, waardoor het paard alle onbegrepen vragen een beetje langs zich heen laat glijden?

Heb begrip! Wees aardig en geduldig! Geef geen schuld aan je paard! Hij doet wat hij kan! Zolang hij je laat opstappen is hij in principe van plan met je mee te doen! De intentie is in eerste instantie veel belangrijker dan de uitvoering! 

Verdiep je in je eigen methode en pas op voor de “automatische-piloot” die jou op automatisme laat drijven of ophoudingen geven. Een valkuil! Dat wordt een onbewuste handeling terwijl je juist deze hulpen altijd heel bewust moet blijven beleven. Bij automatisme gaat het zorgen voor “één antwoord per één vraag” verloren. Zorg voor helderheid en beloon wat goed is, begrens dat waar je niet wil zijn, herhaal je vraag bij te weinig of geen reactie. Wanneer het na drie of vier keer nog niet lukt, zoek een andere manier, stel de vraag anders. Vraag hulp van een instructeur. Patronen doorbreken in je eentje is erg lastig.

Paardrijden is nu eenmaal niet eenvoudig! 

Bloggen...


Ook ik ga mijn gedachten maar eens opschrijven. Ik ben iemand die altijd nadenkt, in gedachten soms hele stukken schrijft, soms uitspreekt maar meestal voor zich houdt totdat men er een keer naar vraagt.  Nu ga ik het dan toch maar eens dingen opschrijven. Waarom? Omdat het misschien mensen inspireert, inzichten brengt, mensen en paarden vooruit kan helpen en ook dat ik het dan maar kwijt ben :-) . Ik heb veel ervaring in de paarden en een stukje van die wereld en ben zelf veel mooie maar ook slechte dingen tegengekomen en heb zo veel inzichten opgedaan. Waarom niet delen? Dat kan inzichten bij andere versnellen en bewustzijn vergroten en daarmee worden er misschien eerder beter beslissingen voor paarden genomen. 


dec 2020

Discrepantie


Woordenboek: 


Discrepantie

de discrepantie zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:           [dɪskrepɑn(t)si]

Verbuigingen:  discrepantie|s (meerv.)

situatie dat twee dingen niet overeenstemmen

Voorbeeld:         `een discrepantie tussen theorie en praktijk`     


Paardenliefde versus Paardensport?

Paardenliefde en geld verdienen in het Paarden vak?

Paardenliefde en broodfokkerij?

"Magic"


We beginnen vaak  jong met de pony’s en later de paarden. Eenmaal besmet vind je als kind deze paarden-wezens magisch, je krijgt er een soort kriebels van in de buik elke keer weer wanneer je een paard ziet! Hun prachtige ogen, die zachte, vriendelijke neus, hun prachtige sprookjesachtige voorkomen met mooie manen en niet te vergeten die geur! “Magic”! En dan… er ook nog op mogen zitten om hem leren te besturen! “Magic”! Een band opbouwen en ontdekken dat je lievelingspony ook jou graag ziet komen met een vriendelijke, zachte begroeting! ”Magic”!


Dan komt er de eigen pony! Wauw, Wauw en nog een Wauw! Een droom komt uit en je bent de gelukkigste persoon op aarde! Dan begint het écht!

Maar wat begint er eigenlijk? Je moet vanaf dan (bijna) elke dag naar hem toe, je leert dat je andere zaken moet opgeven omdat er geen tijd meer voor is. Maar dat is niet erg want je pony is je alles! Dan ga je naar de vereniging en vindt men dat je ook wel eens wedstrijdjes kan gaan rijden. Je gaat er natuurlijk in mee en ontdekt dat het leuk is! Al het harde werken wordt beloont, met een lintje en een puntje ga je naar huis! En misschien zelfs met een envelopje of een heuse paardendeken! Dat smaakt naar meer!


Discrepantie?


Hier kan de discrepantie ontstaan maar het duurt vaak nog jaren voordat je er zelf last van gaat krijgen en sommigen krijgen er nooit last van. “The Magic Dust van Peter Pan” verdwijnt langzaam en je krijgt niet meer écht die kriebels in je buik van het samenzijn met je pony of inmiddels paard. Laat staan van het fantastische rijden. Je geniet alleen nog wanneer de oefeningen die nodig zijn voor je wedstrijden goed gaan, en je instructeur met jou enthousiast is. De “Magic” heeft plaats gemaakt voor prestatiedrang en moeten. Dat vind je niet erg want dat “hoort erbij” is je verteld. Anderen doen het ook zo en iedereen haalt lintjes en punten en “dat wil ik ook”. En liefst nog wat meer dan die ander want “Dan ben ik beter”, en dat wil je graag ook aan iedereen laten zien.

Wedstrijd na wedstrijd wordt gereden en de prestatiedrang heeft gewonnen van de liefde. Lukken de prestaties dan een poosje niet, dan worden paarden zonder pardon ingeruild, want er zijn natuurlijk meer getalenteerde paarden die jou naar een hoger platform kunnen tillen. Zonder ook maar na te denken wat het doet met het paard dat je afdankt en doorschuift. Uit zijn vertrouwde omgeving en bij ‘zijn familie’ weg. Soms zijn deze paarden echt beter af daarna, maar dat weten ze dan natuurlijk nog niet! Maar wat een impact!


Paardenliefde?


Vraag je deze zelfde ruiter waar deze van houdt dan zal deze volmondig roepen “van paarden”. Maar dat is natuurlijk niet zo, “van paardensport” was het eerlijke antwoord geweest. Of “van prijzen behalen”. En wanneer je vooral van de sport houdt, dan ben je eigenlijk vooral bezig met jezelf, het verbeteren van je eigen kunsten en laten zien aan anderen wat je kunt.

Niet iedereen is zo natuurlijk. En er is echt een gulden middenweg en er zijn ook best veel ruiters die de prestatiedrang nooit krijgen en blijven genieten van “het samen zijn”. En er zijn ook ruiters die van wedstrijden houden én van hun paard, en per fase afwegen waar het paard al dan niet aan toe is.


Broodruiter


Maar stel een ruiter of amazone wordt best heel goed in het rijden, kan mooi sturen en kiest ervoor zijn/haar boterham erin te verdienen. Het kan best zijn dat dit écht een hele fijne ruiter is met hart voor de paarden en rustig en eerlijk traint zoals we het graag zien. Deze persoon huurt een paar stallen en groeit van 3 naar 5 naar 10 paarden. Dus meer stallen. Hogere huur, voer kopen, vervoer moet goed en trainingen moeten betaald. En o, ja een woning met huur/hypotheek, verzekeringen en gezond eten voor jezelf alhoewel dat “natuurlijk” op de laatste plaats komt.

Daar komt weer die discrepantie. Je krijgt namelijk paarden in training die vlug klaar moeten want ja, …”geld”. De eigenaar drukt door, "wanneer is hij klaar voor...", je gaat er toch in mee maar tegen je gevoel in. Je voelt dat het paard nog niet klaar is, maar ja ..”geld”. En misschien brengt deze eigenaar meer paarden (dus geld) in training. En de huur moet betaald. En je komt in zo’n cirkel terecht. Je moet gedwongen door je hoge kosten van je “rustig-aan-eerlijk-systeem” af en je wordt een soort “paarden-trainings-fabriek”. Je raakt verwijdert van je idealen en daarmee ook van jezelf. Gevangen in een cirkel van geld en noodzaak gaat aan alle paarden-behoeftes voorbij.


Processen.


Het verschil tussen dat 8 jarige paarden-meisje dat nog net geen licht geeft van gelukzaligheid omdat ze op een paard mag zitten en dat van de paarden-vrouw van nu is enorm. Misschien niet eens in de intentie maar wel in de uitvoering. Dit had je als 8 jarige niet voor ogen. Misschien wel het “altijd met paarden werken”, maar niet het verliezen van de gelukzaligheid. De Hobby. De Hobby is nu moeten geworden doordat het er (te)veel zijn die je moet rijden en omdat de huur moet worden betaald.

En wie betaald nu uiteindelijk de rekening? De paarden. Die zitten net zo goed vast in dat systeem. Doordrukken en verkopen. Ook al is het niet ok. Gevangen in de financiële cirkel.


Moraal


Moraal? Geld verdienen met paarden en daar geheel afhankelijk van zijn versus paardenliefde, leidt vaak tot de discrepantie die je van te voren niet meteen ziet aankomen. Er gaat veel verloren. Namelijk daar waar het allemaal mee begon. “Magic”.